Ploegleider

Marcel Kooij

Kun je jezelf even voorstellen?
Ik ben Marcel Kooij, geboren op 17 November 1967 en mijn beroep is bloemenkweker. Al vanaf mijn jeugd beoefen ik de schaatssport. Eerst langebaanschaatsen en daarna marathonschaatsen. Via de jeugdmarathons, baanmarathons en regionale marathons ben ik in 1989 landelijk rijder geworden.  Ik heb daarbij twee klassiekers gewonnen, op natuurijs en op de kunstijsbaan. Als voorbereiding op het winterseizoen deed ik in de zomers mee aan skeelerwedstrijden en wielerwedstrijden. Omdat ik helaas nog weleens last van blessures had, ben ik mij gaan verdiepen in sportmassage. Na mijn schaatscarrière ben ik de opleiding sportmassage/sportverzorging gaan volgen. Hiervoor heb ik ook een diploma gehaald. In de jaren daarna ben ik aan de slag geweest als sportmasseur bij diverse marathonschaatsteams.  Daarbij heb ik ook de opleiding Schaatstrainer/coach afgerond. Op dit moment ben ik schaatstrainer en wielrentrainer bij IJsclub ‘De Blauwe Beugel’ in Rijsenhout, ben ik trainer bij de Marathonschaatsselectie Haarlem en ploegleider en verzorger bij het opleidingsteam van Henk Angenent.

“Het leukste aan het leiden van dit opleidingsteam vind ik het betrokken zijn bij het hele proces”

Hoe ben je bij het schaatsteam van Henk Angenent terecht gekomen?
Henk en ik stammen uit dezelfde generatie: de jaren ’90 marathonschaatsers. Wij kennen elkaar dus al een hele tijd. Ook was ik als sportmasseur betrokken bij een voormalige ploeg van Kees Haverkamp. Zo is dit op mijn pad gekomen.

Wat vind je het leukste aan het leiden van dit team?
Het leukste aan het leiden van dit opleidingsteam vind ik het betrokken zijn bij het hele proces. Dit is het scouten van talenten, dat al bij de jeugdmarathons begint, het samenbrengen van jongens, een hecht team samenstellen en vervolgens zorgen dat ze zich op een leuke en juiste manier ontwikkelen in de schaatssport. 

Wat zijn je verwachtingen van het team?
Mijn verwachtingen van het team zijn dat ze zowel aanvallend als actief voorin de wedstrijd zullen rijden. Ze zullen niet als ‘vulling’ van het peloton gaan dienen. Verder zijn de jongens een hecht team, dus zullen ze elkaar altijd steunen.